Gemeenten leggen half miljard toe op bijzondere bijstand
Gemeenten geven sinds 2005 anderhalf tot twee keer zo veel uit aan bijzondere bijstand en minimabeleid dan het budget dat zij daarvoor van het Rijk ontvangen. Dat verschil liep in 2015 op tot een half miljard, zo blijkt uit onderzoek van Divosa. Vooral de uitgaven aan beschermingsbewind voor mensen met schulden en aan de huisvesting van vluchtelingen met een verblijfstatus stijgen snel.
Bijzondere bijstand is bedoeld voor mensen met een laag inkomen die noodzakelijke kosten niet zelf kunnen dragen. Voor de komende jaren verwachten gemeenten alleen maar meer kosten. Veel kosten vloeien voort uit keuzes van het Rijk en zijn wettelijke taken. Dat maakt het een open-eind-regeling waar gemeenten nauwelijks grip op hebben.
Divosa vindt dat het Rijk de bijzondere bijstand gebruikt als ‘duizenddingendoekje om de gevolgen van bezuiningingen voor minima op te dweilen’. Volgens voorzitter René Paas kan dat alleen als het Rijk daar voldoende budget voor beschikbaar stelt.
Volgens Paas is het goed dat de bijzondere bijstand er is maar zo kan het niet langer. “Voor wettelijke taken hoort het rijk te zorgen voor voldoende budget”, aldus Paas. “Gemeenten hebben geen geldboom waarmee we de financiële problemen van het rijk kunnen financieren.”