Gemeenten moeten zo snel mogelijk de term ‘fraude’ uit ICT-systemen verwijderen als deze term gekoppeld is of gekoppeld kan worden aan een persoon in het kader van de Participatiewet. Dat is de consequentie van 2 uitspraken van de Rechtbank Rotterdam.
De uitspraken zijn zo belangrijk voor gemeenten, dat de Rechtbank heeft besloten ze te publiceren. Omdat er geen hoger beroep meer plaatsvindt, worden nu alle gemeenten en leveranciers geïnformeerd.
De rechtbank oordeelde in december 2023 dat fraude een kwalificatie is die niet mag volgens de AVG, omdat het begrip fraude niet voorkomt in de Participatiewet en andere sociale zekerheidswetten. De rechtbank erkent dat gemeenten bijvoorbeeld schendingen van de inlichtingenplicht moeten registreren voor handhaving van de Participatiewet. Daarvoor is verwerking van persoonsgegevens nodig. Maar volgens de rechtbank is het onwenselijk, onnodig en dus onrechtmatig om daar de kwalificatie fraude bij te gebruiken. Deze kwalificatie gaat verder dan strikt noodzakelijk en dat is in strijd met het beginsel van minimale gegevensverwerking.
De VNG heeft alle gemeentelijke ICT-leveranciers geïnformeerd over de uitspraken en hen verzocht de ICT-systemen aan te passen voor zover hier standaard de term fraude in voorkomt. Maar gemeenten die zelf de term fraude hebben toegevoegd aan ICT-systemen en processen voor de uitvoering van de Participatiewet, moeten die term zelf aanpassen als deze gekoppeld kan worden aan een persoon.
Het gaat bijvoorbeeld om:
veldnamen;
namen van tabbladen;
tabelcodes;
titels van lijsten, grafieken en/of tabellen;
namen van processen;
dossiers;
formulieren.
Ook niet toegestaan is bijvoorbeeld:
gebruik van de term fraude in het dossier van een bijstandsgerechtigde;
een print met de titel fraudemelding waar ook de gegevens van een inwoner op staan;
een lijst met de titel fraudevorderingen en namen van bijstandsgerechtigden.
In plaats van de term fraude kunt u kwalificaties hanteren zoals 'schending inlichtingenplicht', 'verzwijgen inkomsten' of 'opgave onjuist hoofdverblijf'.
Bron: Schulinck