Syrische asielzoekers die tussen 2014 en 2016 een verblijfsvergunning kregen, maakten een slechte start in de maatschappij. Door het vele verhuizen en het lange verblijf in de opvang hadden ze een kleinere kans op (betaald) werk dan asielzoekers die korter in de opvang verbleven. De negatieve effecten daarvan zijn jaren later nog merkbaar, blijkt uit onderzoek.
Het onderzoek is uitgevoerd door het Wetenschappelijk Onderzoeks- en Datacentrum (WODC), de Erasmus Universiteit, het CBS en het RIVM.
Een representatieve groep oorlogsvluchtelingen uit Syrië is langere tijd voor het onderzoek gevolgd. De situatie van deze Syriërs is ten dele vergelijkbaar met die van asielzoekers in de opvang nu, zegt WODC-onderzoeker Kasper Otten. "Al lijkt het erop dat asielzoekers nu nog langer in de opvang moeten blijven."
De duur van het verblijf in COA-locaties, het aantal verhuizingen tijdens de opvangperiode en het afronden van de inburgering hebben alle drie invloed op de snelheid waarmee statushouders uit de bijstand doorstromen naar werk.
Elke maand extra die een mannelijke asielzoeker in de opvang verblijft, vertraagt de snelheid waarmee hij een baan vindt, blijkt uit het onderzoek. Die effecten zijn twee jaar na het verlaten van de opvang nog merkbaar. Lees meer
Bron: NOS.nl