Aan: Gemeenteraad en College van B&W Vlissingen
Betreft: Gevraagd advies Sociale Cliëntenraad Walcheren - Concept Ontwikkelagenda Sociaal Domein
Vlissingen (Versie 4-2-2020).


Vlissingen, 31 maart 2020

Geachte lezer,


Inleiding
Het Vlissingse beleid ten aanzien van het Sociaal Domein zal in belangrijke mate worden bepaald door
het Plan van Aanpak artikel 12. Dit is door de gemeente en de artikel 12-inspecteur in samenspraak
opgesteld. Het doel is de financiën beheersbaarder te maken en uit te komen met de beschikbare
rijksbudgetten aangezien de Vlissingse reserve Sociaal Domein is uitgeput. In het verlengde van het
artikel 12-plan adviseert de Visitatiecommissie financiële beheersbaarheid Sociaal Domein de
gemeente.


2
Dit Plan van Aanpak artikel 12 is in de woorden van de opstellers van de Ontwikkelagenda
onlosmakelijk verbonden en ze versterken elkaar:
De Ontwikkelagenda Sociaal Domein en het Plan van Aanpak artikel 12 geven samen vorm aan de
doorontwikkeling van het sociaal domein. (…) De Ontwikkelagenda en het Plan van Aanpak artikel 12
zijn daarom onlosmakelijk verbonden.

Dit betekent dat wij de inhoud van het Plan van Aanpak* in zijn geheel moeten betrekken bij ons
advies.
De SCW vindt het belangrijk dat de gemeenteraad zich er van bewust is dat met de Ontwikkelagenda
de hoofdpunten van beleid voor de komende jaren bepaald worden. De presentatie van het Plan van
Aanpak artikel 12 en de Ontwikkelagenda (6 februari jongstleden, Commissie Sociaal) spreekt van de
“Kadernota Sociaal Domein”.

*De SCW merkt daarbij op dat dit stuk ons is beschreven door de gemeente als een intern werkdocument waarvan de
inhoud niet vaststaat. We hebben het online gevonden via een upload, wij denken in het raadsinformatiesysteem. We
zouden verwacht hebben dat het ons, zo niet eerder, dan toch met de concept Ontwikkelagenda zou zijn toegestuurd.


De concept Ontwikkelagenda
De concept Ontwikkelagenda is niet helder opgesteld. Er staat veel in dat voor meer dan één uitleg
vatbaar is. Het ontbreekt aan een goede opbouw en begripsbepaling. We zien veel herhalingen,
begrippen worden door en naast elkaar gebruikt.
Zo schep je verwarring en onduidelijkheid. Het minste wat je van ambtelijke stukken mag verwachten
is dat er gekozen wordt voor eenduidige begrippen en heldere definities.

De bij het stuk aangeboden uitleg en informatie is summier en soms eenzijdig.

Voorbeeld 1: De hoge kosten worden gepresenteerd maar de baten worden niet benoemd. (Zie
illustratie “Uitgaven binnen het sociaal domein” in de Ontwikkelagenda.)

 


3
Voorbeeld 2: Er wordt nergens duidelijk gemaakt waar straks de beschikkingen worden afgegeven.
Gebeurt dat straks op het Stadhuis? Wanneer de integrale wijkloketten er zijn, gaan die dan
beschikken? Heeft Orionis straks nog zijn beschikkingsbevoegdheden? Of verlaat Vlissingen de
Gemeenschappelijke Regeling. *

Bij vergelijking met vergelijkbare agenda's en programma's voor het Sociaal Domein van andere
gemeenten is dit gebrek aan kwaliteit opvallend.
We doen ter illustratie de agenda van Roosendaal in de bijlage. Het gaat ons niet om de strekking van
dat stuk maar om zaken als helderheid en leesbaarheid, opbouw, achtergrondinformatie, enzovoorts.

*Wij hebben de indruk dat het college de invulling van verantwoordelijkheden binnen het Sociaal Domein pas achteraf
in uitvoeringsplannen wil regelen. De SCW vindt dat geen zaken die het college op eigen houtje moet gaan uitmaken.
Dat behoort bij de kaders waar de gemeenteraad over hoort te beslissen.


Eenzijdige benadering
Onder de term ‘Sociaal Domein’ vallen de inspanningen die de gemeente verricht rond werk,
participatie en zelfredzaamheid, zorg en jeugd, op basis van de Wmo 2015, de Participatiewet,
Jeugdwet en de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening.
De SCW constateert dat de gemeente zich gaandeweg, eerst in het Plan van Aanpak en vervolgens in
de Ontwikkelagenda, op sommige terreinen van de heldere en zakelijke aanbevelingen van de
Visitatiecommissie artikel 12 en ook die van de landelijke Visitatiecommissie Sociaal Domein af
beweegt.
Dat verbaast omdat het Vlissings Sociaal Domein zich in onze ogen tot nu toe heeft gekenmerkt door
een realistische en praktijkgerichte benadering.
We herkennen de oproep van de landelijke Visitatiecommissie Sociaal Domein ( zakelijkheid, concrete
doelstellingen, niet doen wat niet nodig is, grip krijgen door versterking van de regionale samenwerking
) maar zeer gedeeltelijk in het stuk. En dan vooral in bepaalde targets voor de tweede tot en met de
vijfde doelstelling.


4
In de targets die onder twee tot en met vijf vallen kunnen wij ons grotendeels vinden. We vinden een
praktische zakelijke aanpak met veel aandacht voor de betaalbaarheid en controleerbaarheid is in
ieders belang.
We moeten een voorbehoud maken wat betreft de targets vier en vijf. Het gaat ons niet om de
integrale aanpak op zich maar de vormgeving en verantwoordelijkheden blijven nu onduidelijk.

Wij kunnen ons niet vinden in met name de eerste en de zesde doelstelling. Wat betreft de eerste;
natuurlijk is een goed voorzieningenniveau belangrijk. Evenals goed openbaar vervoer en een goede
arbeidsmarkt. Maar daarover staat niets in de targets. We constateren een soms een toch wel
ideologische toekomstvisie waarmee moeite mee hebben omdat hij onnodig diep wil ingrijpen op het
leven van burgers.
Er wordt een brede maatschappelijke verandering in het vooruitzicht gesteld.
Die moet kennelijk, naast een vanzelfsprekende inzet op soberheid en doelmatigheid, de basis vormen
voor de weg uit de problemen.
Er worden resultaten in het vooruitzicht gesteld zonder feitelijke onderbouwing te geven. We moeten
het doen met “mooi” klinkende aannames.


De individuele burger
Zoals gezegd, de toekomstvisie vinden we problematisch.
In deze plannen voor het Sociale Domein wordt de individuele burger aan het beoogde financiële
resultaat ondergeschikt gemaakt.
De Ontwikkelagenda omschrijft dit als volgt: We zullen de individualisering tegen moeten gaan.
Het is een onaanvaardbaar voornemen dat vooral de arme en kwetsbare burger zal treffen.
Individualisering betekent de verzelfstandiging en emancipatie van het individu ten opzichte van
anderen, en de grondslag van persoonlijke vrijheid. De keuze in de Ontwikkelagenda tegen de
individualisering is een keuze voor collectivisering en groepscontrole. Dat is kiezen voor
maatschappelijke achteruitgang.

Met voorliggend veld wordt de sociale basisstructuur aangeduid; algemeen toegankelijke
voorzieningen, zoals een buurthuis, het gezondheidscentrum of het lokale verenigingsleven en het
vrijwilligerswerk (BMC).


5
De trend is dat dit voorliggend veld steeds meer wordt ingeschakeld om een beroep op dure vormen
van hulp en zorg terug te dringen.

Daarmee wordt (vooral en met name vrijwillige) zorg en ondersteuning bij de burger in de wijk
gebracht, maar daarvoor moet de burger wel met zijn of haar persoonlijke problemen zichtbaar in de
buurt aankloppen.
Het zou een bijzonder slechte zaak zijn als de burger straks alleen nog maar in zijn eigen wijk toegang
tot zorg en ondersteuning heeft.
Een belangrijk aspect van de burgerlijke vrijheden is het recht om niet gekend te worden.

Er wordt een beroep op de inzet van de burgers gedaan. De agenda spreekt over: van ‘gezorgd wordt
voor’ naar ‘zorgen dat’.
Er wordt grotendeels voorbij gegaan aan wat mensen nu al voor elkaar doen, en dat er een grens is
aan wat je van vrijwilligers mag verwachten. Overigens is de kanteling van ‘zorgen voor’ naar ‘zorgen
dat’ al heel wat jaren aan de gang.
Hoeveel winst er in dat opzicht nog te behalen is wordt niet duidelijk. Verder moet bedacht worden
dat het inzetten van vrijwilligers vaak problematisch is; borging van kwaliteit en continuïteit is moeilijk
en afrekenen op prestaties onmogelijk.
Een integraal werkende ingang op wijkniveau stelt ook hoge eisen aan de kwaliteit van de
dienstverlening en de organisatie. Daar kunnen vrijwilligers uitsluitend en beperkt ondersteunend
werkzaam zijn.

Wanneer mensen worden gewezen op laagdrempelige voorzieningen, zich daarmee goed kunnen
redden en daardoor geen beroep op duurder maatwerk hoeven te doen is dat prima.
Maar dan moet je de burger met goede informatie over de mogelijkheden wel in staat stellen zelf een
keuze te maken. Wij zien geen aandacht voor gemeentelijke voorlichting richting de burger.
Met informatie wordt in de agenda vrijwel uitsluitend informatie-uitwisseling ten behoeve van de
integrale aanpak tussen partijen in het voorliggend veld en het sociaal domein bedoeld.
Hoewel in verband met gegevensdeling strikte regels gelden blijven de privacy aspecten opvallend
genoeg onbenoemd.


6
ROAT
We lezen in de Ontwikkelagenda voornemens als:
De inwoner heeft één aanspreekpunt in het voorliggend veld, en ook: Scholen, woningcorporaties,
bewonersinitiatieven en wijkraden zijn voorbeelden van organisaties die deel uitmaken van de
woonomgeving. Geen van hen werkt separaat,(..).
De heer Nijssen (Stichting ROAT) schreef ons onlangs:
St. ROAT is in opdracht van de gemeenten Vlissingen belast met de organisatie van de wijknetwerken.
We stimuleren de onderlinge samenwerking tussen het formele en informele veld. Daarmede geven we
gehoor aan de ontwikkelagenda van het sociale domein.

Ook het informele veld, betrokken burgers, vrijwilligers, verenigingen, wordt onder regie gebracht en
voortaan aangestuurd.
ROAT vervult daarin, in opdracht van de gemeente én vooruitlopend op de besluitvorming over de
Ontwikkelagenda in de gemeenteraad, een belangrijke rol.
ROAT lijkt in de nieuwe vormgeving van het Vlissings Sociaal Domein een belangrijke, zo niet centrale,
plaats in te zullen gaan nemen.
In de gemeentelijke begrotingen lezen we over ROAT:

Preventie, vroegsignalering & toegang sociaal domein
(. . .) Stichting ROAT en Maatschappelijk werk walcheren zullen in een nader te formuleren opdracht tot
herpositionering van taken komen waarmee zij meer werken aan preventie en vroegsignalering. Het
doel is dat zij daarmee als linking pin zorgen voor de verbinding tussen voorliggende voorzieningen en
de eerste en tweede lijns zorg/ondersteuning.
En:
(. . .) Onderzoek naar de mogelijkheden om Stichting ROAT door te ontwikkelen van een organisatie
van jeugd- en jongerenwerk naar een functie van brede welzijnsstichting.
We vergeleken de statuten van ROAT met die van Zorgstroom (waar MWW onder ressorteert) en
SWM (de brede welzijnsorganisatie in Middelburg).


7
De statuten van Zorgstroom zijn direct in te zien op de eigen website, die van SWM en ROAT moeten
bij de Kamer van Koophandel opgevraagd worden.
Wij vinden dat in het belang van transparantie en maatschappelijke verantwoording het eerste de
voorkeur heeft.
Onze conclusie is dat de statuten van ROAT op geen enkele manier overeenkomen met voor
welzijnsorganisaties gebruikelijke. Voor een organisatie die voor tonnen gesubsidieerd wordt en een
spilfunctie in het Sociale Domein zal innemen zijn ze volstrekt ondermaats.

De doelstelling van ROAT is:
het bevorderen van toekomstperspectief onder achterstandsgroepen door middel van sport, muziek- en
cultuurprojecten.
SWM spreekt in de doelstelling over:
het bevorderen van het welzijn van de inwoners van de gemeente Middelburg en in de regio; het
bevorderen van een samenhangend welzijnsbeleid in de gemeente Middelburg en in de regio.
Zorgstroom heeft als doelstelling in de statuten:
het verrichten ven huishoudelijke, verzorgende, begeleidende, ondersteunende, psychosociale,
verpleegkundige en/of paramedische zorg, Algemeen Maatschappelijk Werk en daarmee
samenhangende zorg en dienstverlening in de meest brede zin, alsmede preventieve en voorlichtende
zorg.

Beide andere organisaties hebben een onafhankelijke en uit deskundige personen samengestelde raad
van toezicht. Die raad van toezicht benoemt, ontslaat en schorst het bestuur en ziet toe op de
besluitvorming en uitvoering.
Het bestuur van ROAT benoemt zichzelf en heeft buitengewoon ruime bevoegdheden.
Daaronder vallen: het aangaan van overeenkomsten tot verkrijging vervreemding en bezwaring van
registergoederen en overeenkomsten waarbij de stichting zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar
verbindt, zich voor een ander sterk maakt of zich tot zekerheid voor de schuld van een ander verbindt.
Dat gebeurt bij de andere organisaties pas na toestemming van de raad van toezicht.

Het verbaast ons dat de gemeente zulke ongeschikte statuten en de ongestructureerde organisatie
van ROAT voldoende vindt.


8
Dat ROAT zichzelf zo ver van zijn oorspronkelijke doelstelling en reikwijdte heeft willen begeven
zonder aanpassingen van de statuten door te voeren vinden we onbegrijpelijk.
De organisatie is hierdoor kwetsbaar. Vóór ROAT zijn werkzaamheden verder uitbreidt of voortzet
moet de organisatie grondig veranderd worden.
Een raad van toezicht die aan de hoogste eisen van onafhankelijkheid en deskundigheid voldoet en
ruime statutaire taken en bevoegdheden heeft is onontbeerlijk.
Ook andere aanpassingen lijken ons noodzakelijk.
We verwijzen naar de statuten van Zorgstroom en SWM in de bijlagen. We vragen met name aandacht
voor de waarborgen (onverenigbaarheden) waarmee de samenstelling van bestuur en raad van
toezicht zijn omgeven.

De SCW adviseert de gemeente een besluit voor deze noodzakelijke verbeteringen aan te nemen, en
geen genoegen met beloften voor de toekomst te nemen.


Het onderzoek (artikel 12) naar het Sociaal Domein
De inspectie heeft in 2017/2018 de contouren van een onderzoek geformuleerd voor de clusters Werk
en Inkomen èn het Sociaal Domein:

Extern onderzoek cluster Werk en inkomen (Orionis)
Gezien de omvang van de overschrijding op het cluster werk en inkomen is een meer cyclische op
verbetering gerichte externe doorlichting van de situatie van het beleidsterrein van belang, die voor een
belangrijk deel wordt uitgevoerd door Orionis.
Daarom dient:
a) In de periode 2019-2022 via een externe doorlichting de voortgang van de in uitvoering zijnde
bezuinigingsplannen geëvalueerd te worden.
b) Daarbij tegelijkertijd de stand van zaken aangaande efficiency en effectiviteit van het beleid en
de uitvoering te beoordelen en te onderzoeken en daaropvolgend via uitvoeringsplannen te verbeteren.
c) Dit alles in de vorm van een cyclus met de doorlooptijd van een jaar.


9
Doel hiervan is om via deze externe doorlichtingen versneld te komen tot een situatie waarbij
geconstateerd wordt dat op de genoemde terreinen geen wezenlijke verbeteringen van efficiency en
effectiviteit meer mogelijk zijn. De huidige afwijking op het cluster rechtvaardigt een dergelijk continu
en doorlopend proces totdat uit (extern) onderzoek blijkt dat verdere optimalisering niet meer mogelijk
is.

Extern onderzoek sociaal domein
Gezien de ontwikkelingen bij Porthos en gezien de uitputting van de reserve sociaal domein in 2020 als
niets wordt gedaan om te toekomstige tekorten op het vlak van de Wmo en jeugd te mitigeren, dient er
in de periode 2019-2022 een monitoring plaats te vinden van de ontwikkelingen bij Porthos en van de
bezuinigingstrajecten met als doel dat Vlissingen de toekomstige tekorten die de reserve sociaal
domein te boven gaan zelf dekt.
Daarom dient:
a) In de periode 2019-2022 via een externe doorlichting de voortgang van de in uitvoering zijnde
bezuinigingsplannen geëvalueerd te worden.
b) Daarbij tegelijkertijd de stand van zaken aangaande efficiency en effectiviteit van het beleid en
de uitvoering te beoordelen en te onderzoeken en daaropvolgend via uitvoeringsplannen te verbeteren.
c) Dit alles in de vorm van een cyclus met de doorlooptijd van een jaar.

We zien de inspectie exact hetzelfde onderzoek door een externe partij aangeven voor beide clusters:
Werk en Inkomen én Sociaal Domein.
Het valt ons op dat in het Plan van Aanpak (en de Walcherse Bestuursopdracht aan Orionis die het
resultaat van de artikel 12 status van Vlissingen is) een zeer vergaand, diepgravend en langdurig
extern onderzoek naar Orionis wordt vormgegeven.
Voor de overige clusters van het Vlissingse Sociaal Domein zal een veel oppervlakkiger scanning
plaatsvinden.
Als die scanning al gebeuren zal, zal die waarschijnlijk niet eens extern uitgevoerd worden.
Wij zijn van mening dat de toekomstige Vlissingse vormgeving van en uitvoering binnen het gehele
Sociaal Domein vanaf het begin het soort monitoring dat de inspectie voorstaat zou moeten
ondergaan. Het verdwijnen van Porthos rechtvaardigt niet dat daarvan wordt afgezien, de


10
overschrijdingen blijven. Uitvoering door een externe partij beantwoordt het best aan de rapportage
van de inspectie.

Het onderzoek naar Orionis
Het onderzoek naar Orionis beperkt zich niet tot een evaluatie en optimalisatie van het functioneren.
De gelegenheid wordt aangegrepen om het nut en de wenselijkheid van de gemeenschappelijke
regeling zo breed mogelijk in twijfel te trekken.
Uit de uitbreiding van de onderzoeksvragen blijkt wat ons betreft duidelijk de achterliggende gedachte
om het huidige Orionis zoveel mogelijk te ontmantelen.
Wij constateren verder in àlle stukken vooringenomenheid tegen Orionis. Een vooringenomenheid die
leidt tot tunnelvisie en selectieve informatie naar de lezer.
Die vooringenomenheid blijkt onweerlegbaar bij kritische lezing van de referentie Visitatiecommissie
bij het externe onderzoek naar Orionis in het Plan van Aanpak Artikel 12. Die is er namelijk met de
haren bijgesleept.
Referentie Visitatiecommissie: De Commissie ziet mogelijkheden in de verbetering van de lokale basis
infrastructuur zodat de uitstroom kan worden bevorderd en instroom kan worden beperkt.
Deze enkele zin citeert uit een langer stuk van de Visitatiecommissie zelf. Maar daarin staat onder
Overige aanbevelingen:

Naast het onderzoeken van mogelijkheden om de grip op de uitgaven in het sociaal domein te
verbeteren, heeft de commissie in de vele contacten met Vlissingen ook bij aanverwante zaken
stilgestaan. Zo ziet de commissie mogelijkheden in de verbetering van de lokale basisinfrastructuur
zodat de uitstroom kan worden bevorderd en instroom kan worden beperkt. Het vergroten van een
licht(-er) zorgaanbod voorkomt dat in individuele gevallen uitgeweken moet worden naar duurdere
zorgvormen. In het samenspel met het voorliggend veld kan Vlissingen zoeken naar mogelijkheden om
cliënten de best passende zorg en ondersteuning te bieden.

De referentie bij het onderzoek naar Orionis gaat helemaal niet over Orionis. Die gaat over de zorg.
Werk en Inkomen, armoedebeleid worden in de hele paragraaf niet genoemd.
De opgegeven referentie zet de lezer op het verkeerde been.


11
In het rapport van de Visitatiecommissie uit 2019 ligt de focus vooral op Zorg en Jeugd en minder op
Orionis.
De commissie onderzoekt primair (de grip op) de uitgaven in het sociaal domein. De breedte is in
beginsel het gehele sociaal domein, inclusief thema’s op het grensvlak met andere domeinen (Zorg en
Veiligheid, Zorg en Wonen) maar de focus zal voor Vlissingen vooral liggen op Jeugd en Wmo, waar de
overschrijdingen het grootst zijn en de minste grip wordt ervaren.

Die nadruk van de Visitatiecommissie is door de opstellers van het Plan van Aanpak Artikel 12 precies
omgekeerd.

Welke nadelen er aan de huidige alleengang van de Walcherse gemeenten zitten wordt niet in kaart
gebracht, ook niet wat die de burgers kost.
De vraag welke voordelen (ontschotting, efficiency, hogere rijksbijdragen) verdere samenwerking
oplevert ( uitbreiding van de gemeenschappelijke regeling tot het hele Sociale Domein, gemeentelijke
schaalvergroting) wordt angstvallig vermeden.


De grip op Orionis
Er wordt veel gemaakt van het gemeentelijk gebrek aan grip op Orionis.
Uit het onderzoekskader:
Orionis heeft als opdrachtnemer een grote invloed op de financiële stromen van de gemeente binnen
het sociaal domein, door de afspraken die bij de inrichting van de GR zijn gemaakt. Drie belangrijke
voorbeelden zijn: de open einde financiering, de toeleiding van de volledige BUIG en re
integratiebudgetten richting Orionis en het mandaat aan het bestuur van Orionis om zelfstandig het
beleid, inclusief verordeningen en beleidsregels, vast te stellen. Daarmee hebben de gemeenten een
belangrijke invloed op deze beleidsbudgetten uit handen gegeven. Is dit verstandig, mede in het licht
van de meerjarige tekorten? Wat zijn daarvan de risico’s als het gaat om sturing en grip vanuit
Walchers en/of lokaal perspectief?


12
Men moet zich goed realiseren dat de Walcherse wethouders het bestuur van Orionis vormen en
niemand anders. Daarbij geld dat het Dagelijks bestuur uit de voor de Participatiewet
verantwoordelijk wethouders van de drie gemeenten bestaat.
Het bestuurslidmaatschap is daarmee een taak van de wethouder, de uitoefening van die taak wordt
door de gemeenteraad gecontroleerd. Grip nemen doe je zelf.
Orionis legt verantwoording af en informeert de gemeenteraden gevraagd en ongevraagd.
De beleidsregels en verordeningen waarover hier gesproken wordt betreffen bijvoorbeeld de re
integratie verordening, verordening tegenprestatie, de afstemmingsverordening , de regels voor
terugvordering en verhaal, de handhavingverordening, beleidsregels wet Taaleis. Orionis hanteert
hierbij (in opdracht van de gemeenten) een strikte lijn.
De kaders van deze regelingen worden verder in sterke mate bepaald door de Participatiewet en door
jurisprudentie. Men moet er niet op rekenen veel meer bewegingsvrijheid te krijgen.
Het plan van aanpak Orionis, de kadernota Orionis, de begrotingen en begrotingswijzigingen worden
voorgelegd aan de gemeenteraden en colleges en pas daarna vastgesteld. Binnen deze lijnen
functioneert Orionis.
Dat het een probleem zou zijn als de GR Orionis de regelingen en verordeningen zelf vaststelt vindt de
SCW om al deze redenen ongerijmd.
Wat betreft het uitvoeren van het armoedebeleid; de regelingen die daaronder vallen worden
vastgesteld door de gemeenten zelf, niet door Orionis.
Gemeenten zijn dus zelf verantwoordelijk voor de budgetten en voor het beleid. De uitvoering door
Orionis is bepaald door het in de gemeenten vastgestelde beleid.


Het belang van Orionis
Uit het onderzoekskader:
Is het verstandig om de domeinen werk en inkomen, inclusief armoedebestrijding en
schuldhulpverlening, bij één organisatie te blijven organiseren (GR 3 gemeenten)?
De samenhang tussen de terreinen Werk & Inkomen, Armoedebeleid, Schuldhulpverlening is voor de
cliënten van Orionis volstrekt vanzelfsprekend. En voor iedereen veel duidelijker dan de samenhang


13
met de rest van het Sociaal Domein. De voordelen van het bijeen houden zijn groot. Wij denken
daarbij aan: één loket voor de cliënt voor zijn hele inkomensproblematiek, bekendheid met de groep,
financiële expertise, efficiency, eenvoudiger gegevensdeling.
We wijzen ook al op de nadelen van de wijkgerichte aanpak. We hebben weleens het argument
gehoord dat het stigmatiserend zou zijn voor mensen om met hun problemen naar Orionis te moeten.
Wij denken dat het voor sommigen nog veel stigmatiserender kan zijn om voor het zicht van je buren
aan te kloppen bij het loket in de wijk.

De SCW vindt het van groot belang dat zo lang Orionis bestaat daar een toegang blijft voor cliënten
voor alle vormen van ondersteuning op inkomensgebied; werk, inkomen, SHV, armoederegelingen.


De Participatiewet ondersteunt en begeleidt
De Participatiewet is niet hetzelfde als de Wet werk en bijstand. Dat besef is na al die jaren nog steeds
geen gemeengoed.

In de Bestuuropdracht voor het onderzoek naar Orionis lezen we:
Het profiel van de kandidaten wordt steeds complexer, waardoor de kosten voor re-integratie per
kandidaat stijgen. Waar ligt het omslagpunt, waar re-integratie naar werk plaats maakt voor
maatschappelijke begeleiding (WMO) (…).

Iedereen die kan werken maar het op de arbeidsmarkt zonder ondersteuning niet redt, valt onder de
Participatiewet. De wet moet ervoor zorgen dat meer mensen werk vinden, ook mensen met een
arbeidsbeperking.
De Wmo 2015 heeft als belangrijkste doel dat mensen zo lang mogelijk thuis kunnen blijven wonen en
kunnen deelnemen aan het dagelijkse leven
De WMO en Participatiewet functioneren naast elkaar. Men komt niet pas voor hulp uit de WMO in
aanmerking als men over geen enkel vermogen meer beschikt om met hulp op de arbeidsmarkt te


14
participeren. Een oplossing via de WMO is ook niet goedkoper en zeker niet per se beter voor de
cliënt. We missen hier aandacht voor de individuele benadering en het idee van simpel switchen.
Er is sprake van een breed gedeelde te beperkte en te gekleurd beeld van wat de Participatiewet
werkelijk inhoudt. Die vooroordelen doen ons nu al vrezen voor de negatieve gevolgen voor
arbeidsparticipatie van de ontschotte budgetten.

Conclusie

De rapporten van de Inspectie artikel 12, de rapporten van de Visitatiecommissies, het Plan van
Aanpak bevatten allemaal onderwerpen die de cliëntenparticipatie op het gebied van Werk &
Inkomen rechtstreeks aangaan.
Volgens onze verordening hoort de gemeente ons daarbij proactief te informeren en te betrekken. Wij
hebben al deze stukken zonder uitzondering zelf moeten “ophalen” en niet eerder kunnen
bestuderen.
Daardoor begonnen wij met een grote achterstand aan ons werk. We hebben ons tot wat ons het
belangrijkst lijkt moeten beperken.
Wij merken op dat de zinnige aanbevelingen vanuit de Inspectie en de Visitatiecommissie de
gemeente aanleiding geven tot een aantal keuzes die wij met die aanbevelingen niet in verband
kunnen brengen. Het zijn politieke keuzes met een ideologisch karakter.
Het begrip Sociaal Domein schijnt dat wel op te roepen. Maar de decentralisatie is een zakelijk
verhaal.
Het gaat weliswaar over mensen, en het staat dicht bij de burger, maar het gaat toch in de eerste
plaats over betaalbaarheid en resultaat.
De gemeente besteedt veel aandacht aan preventie dat is positief en dat streven onderschrijven we.
Toch zien we ons gedwongen om kanttekeningen te plaatsten.
De overheid moet voorzichtig zijn om zich in het privéleven van de burger te mengen. Daar moeten
heel goede redenen voor zijn. Dat bewustzijn zien we te weinig in de Ontwikkelagenda.
Men zegt dat de burger zich in de eigen omgeving het meest zelfverzekerd voelt. Wees daar dan
voorzichtig met je aanwezigheid. Naast preventie zijn bewustmaken, informeren, aanbieden en
keuzevrijheid van groot belang


15
Verder is het goed te bedenken dat wat een feest is voor de één een inbreuk voor de ander kan zijn.
Niet iedereen wil wonen in de Lief en Leedstraat.

Wij vinden het van groot belang dat de cliëntenparticipatie, het perspectief van de cliënt zo goed
mogelijk bij de toekomstige ontwikkeling van het Vlissingse Sociaal Domein betrokken wordt. Dat
betreft zowel de cliëntenparticipatie van de Participatiewet als die van de WMO en Jeugdwet.
Cliëntenparticipatie is hier van groter belang dan de burgerparticipatie.


Adviezen
1. Wij adviseren de onderwerpen die in de doelstellingen en in de opsommingen van targets
onder nummer een en vooral nummer zes van Ontwikkelagenda staan bijzonder kritisch te
heroverwegen. 2. Wij adviseren de gemeente wat betreft ROAT een besluit tot noodzakelijke verbeteringen van
de statuten aan te nemen. 3. Wij adviseren de toekomstige Vlissingse vormgeving van en uitvoering binnen het gehele
Sociaal Domein vanaf het begin te onderzoeken en te monitoren op de wijze die de inspectie
artikel 12 heeft aangegeven 4. De SCW adviseert om bij Orionis een toegang voor cliënten te behouden die geldt voor alle
vormen van ondersteuning op inkomensgebied; werk, inkomen, SHV, armoederegelingen. 5. Wij adviseren meer aandacht vanuit de gemeente te besteden aan het informeren van
burgers over hun (wettelijke) mogelijkheden en hun keuzevrijheid. 6. Wij adviseren het wettelijk recht op en de onafhankelijkheid van de onafhankelijke
cliëntondersteuning te waarborgen. Wij hebben signalen dat adviseurs meerdere functies in
het sociaal domein uitoefenen. Dat strookt niet met de vereiste onafhankelijkheid. 7. We adviseren er voor zorg te dragen dat mensen naast de wijktoegang en wijkgerichte aanpak
de mogelijkheid hebben van een andere toegang tot hulp en ondersteuning binnen het sociaal
domein te hebben. Dus buiten de eigen wijk. 8. Wij adviseren het uitvoeringsprogramma ter advisering aan de betreffende adviesraden en ter
goedkeuring aan de gemeenteraad voor te leggen.


16
Tenslotte
We waarschuwen voor onderschatting van het belang van robuuste ambtelijke organisatie. Dat belang
blijkt pas echt als die ontbreekt.
Naar aanleiding van de Corona crisis moest er op zeer korte termijn en onder lastige omstandigheden
een loket voor benadeelde zelfstandigen gerealiseerd worden.
Orionis heeft dit met zijn partners voor Walcheren ver binnen de door het Rijk gegeven termijn tot
stand gebracht. Adequaat, op voorbeeldige wijze, het ziet er keurig uit.

Orionis is terwijl we schrijven bezig honderden mensen te helpen.


Namens de Sociale Cliëntenraad Walcheren
Met vriendelijke groet,
Marischka Duinkerken


Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
www.socialeclientenraadwalcheren.nl

Bijlagen (5):
Kadernota Roosendaal
Werkleerbedrijf Orionis Walcheren 2020 - 2024 - Toekomstbestendig krimpen
Statuten ROAT
Statuten SWM
Statuten Zorgstroom

 

 

Dit SCW advies kunt u hier downloaden